Restauratie van een Langgevelboerderij in Bavel

Restauratie van een boerderijcomplex in Bavel

Seminarieweg 27| Bavel

Wat was het doel van

De restauratie

Na een lange onderhandeling gelukte het dit mooie boerderijcomplex te verwerven. Doel was het herstel van alle gebouwen en het woonhuis met stalgebouw in te richten tot woning.

Wat extra

Project informatie

Project: Restauratie een boerderijcomplex
Locatie: Seminarieweg 27 | Bavel (Breda)
Opdrachtgever: B. de Kok
Planvorming tot realisatie: 2007 tot 2014

Wat maakt dit project

Uniek

Bijzonder is dat dit complex in 1892 gebouwd is als vervanger van een boerderij elders. Daarbij zijn vele bouwdelen van die boerderij hergebruikt. Zelfs is de complete Vlaamse schuur hierbij verplaatst. De ligging in het landschap nabij de stadsrand levert hier een grote meerwaarde.

Een beknopte

Bouwhistorie

Goed herkenbaar is dat bij de bouw in 1892 oude elementen opnieuw verwerkt zijn. Zo dateren de voorgevelkozijnen, de bedstedenwanden en de betegeling in de haard uit de late 18de eeuw. Van de Vlaamse schuur is de het noordelijk dakschild bij de herbouw opgelicht, met behoud van de oude hoofdconstructie. Het vroeg 19de-eeuwse bakhuis en delen van de stalmuur lijken al op deze locatie gestaan te hebben.

Hoe zat het met de

Planuitwerking

Het bakhuis, de wagenschuur en de Vlaamse schuur zijn geheel conserverend hersteld, waarbij wel een kleine sanitaire ruimte in de schuur is ingebouwd. Het woonhuis met de stal is ingrijpender gerestaureerd. De parterre van het huis met de grote woonkeuken is vrijwel ongewijzigd gebleven; op de bovenverdieping zijn slaapkamers gemaakt. Het stalgedeelte is parterre deels als nieuwe woonkeuken ingericht en deels als kantoor met een hal en een extra trap naar de verdieping. Daar is een hoofdslaapkamer met badruimte ingericht, waarbij ook een doorgang naar de verdieping van het huis gemaakt is. De isolatie van de daken en gevels en de daglichttoetreding heeft veel aandacht gekregen.

Bouwhistorie

De boerderij is in 1892 gebouwd ter vervanging van een voorganger elders. Goed zichtbaar is dat bij de “nieuwbouw” tal van oude bouwelementen hergebruikt zijn. Te benoemen zijn in het woonhuis: de voorgevelkozijnen, de bel, baksteenwerk aan de achtergevel, de bedstedenwanden, deur- en schouwlijsten en wellicht ook de haard met tegelwerk; in de stal dateren de jukken onder de zolderbalklaag uit de bouwtijd; de kap is 1ste helft 20ste eeuw na brand vernieuwd. De houtconstructie van het wagenhuis is compleet ongewijzigd herplaatst of stond in 1892 al op deze plaats. Datzelfde zou kunnen gelden voor het bakhuis. De spantconstructie van de Vlaamse schuur is zeker hergebruikt: de stijlen en dekbalken zijn t.b.v. het hergebruik aangepast; de daarop geplaatste keperspanten daarentegen zijn authentiek voor de huidige opzet gemaakt. De vensteropeningen zijn alle tamelijk willekeurig geplaatst en vrij recent. In de noordgevel zitten nog kleine oorspronkelijke lichtopeningen. De monumentale waarde zowel van de onderdelen als van het geheel is hoog, zeker ook in relatie tot het omliggende landschap.